droefgeestig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droef·gees·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van droef en geest met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen droefgeestig droefgeestiger droefgeestigst
verbogen droefgeestige droefgeestigere droefgeestigste
partitief droefgeestigs droefgeestigers -

Bijvoeglijk naamwoord

droefgeestig

  1. een trieste stemming met zich dragend
    • Na die opmerking werd de stemming nog droefgeestiger dan zij al was. 

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be