Naar inhoud springen

driehonderdenvijfentachtig

Uit WikiWoordenboek
0 3 8 5
driehonderdenvijfentachtig,
op een abacus
  • drie·hon·derd·en·vijf·en·tach·tig

driehonderdenvijfentachtig

  1. "385", langere vorm van driehonderdvijfentachtig, driehonderd plus vijfentachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft driehonderdenvijfentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenvijfentachtig. 

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenvijfentachtig" ht als linkerdeel

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)