dressboy

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

dressboy
Uitspraak
Woordafbreking
  • dress·boy
Woordherkomst en -opbouw
  • quasi-Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord dressboy dressboys
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dressboym

  1. standaard waarop men zonder kreuken een mannenpak kan hangen
    • De website heeft, net als de winkelketen zelf, bezoekers uit de hele wereld. De meeste Ikea-hackers zijn Noord-Amerikanen, maar ook Gisbert Van Ginkel uit Gouda kreeg zijn ‘15 minutes of fame’ op de website. Jules interviewde de 40-jarige huisvader omdat ze onder de indruk was van de Bertil-stoelen die hij ombouwde tot dressboys. Van Ginkel getuigt op de site dat „de nabijheid van twee Ikea’s” in combinatie met „een familie, een klein huis, een beperkt budget en vooral een doe-het-zelfmentaliteit” de belangrijkste redenen zijn om Ikea-hacker te worden. [1] 
    • En passant wijst hij nog even op de uitzet boven de wastafels: „Kijk, je had hier alles wat je maar nodig had: een föhn, een flesje Odol…” en op de dressboy, een fascinerend meubel waar een heer zijn kleren overheen kon vouwen zodat ze niet kreukelden – ik kan me persoonlijk niet voorstellen dat die ooit gebruikt werd, maar misschien ben ik nog nooit met een man met echt dure pakken naar bed geweest. [2] 
    • Je neemt ook bakken eten mee naar kantoor omdat de kantine niet open is op tijden dat jij werkt (haha) en je hebt achter je bureau een strijkplank en je schone kleren op een dressboy. Je doucht sowieso altijd op kantoor. Laat af en toe je auto ’s nachts op de zaak staan zodat het lijkt of je er als eerste was (dank, George uit Seinfeld). Span een zeiltje tussen de printer en het kopieerapparaat en een waslijn richting inloopkast. Zet een leeslampje naast je slaapzak. [3] 
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen