dormitorium

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dormitorium    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dor·mi·to·ri·um

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Latijnse dormire (slapen) met het achtervoegsel -orium

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dormitorium	dormitoria dormitoriums
verkleinwoord	dormitoriumpje	dormitoriumpjes

Zelfstandig naamwoord

het dormitorium o

1. slaapzaal in een klooster

Gangbaarheid

• Het woord dormitorium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dormitorium" herkend door:

73 %	van de Nederlanders;
70 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.