doorlating

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·la·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorlating doorlatingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de doorlatingv

  1. het laten passeren van iets of iemand
     Het werd een kort en ongelukkig avontuur. Na een paar maanden trad hij af omdat de Tweede Kamer in een motie uitsprak dat hij zich niet meer mocht bemoeien met de aansturing van het Interregionale Rechercheteam van de politie. Hij werd verdacht van een dubieuze rol in wat de IRT-affaire ging heten, die draaide om de grootschalige doorlating van drugs en het meedoen aan drugshandel door de politie in de hoop zo 'grote vissen' te vangen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2023 Weblink bron
    Dik Verkuil
    “Ed van Thijn, 'man achter Den Uyl', hervond zijn Joodse identiteit” (Zondag 19 december 2021, 20:35), NOS