doedag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- doe·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van doe zn en dag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doedag | doedagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de doedag m
- periode van 24 uur waarop de deelnemers een praktische, fysieke activiteit verrichten
- ▸ De Haaksbergse Doedagen zouden zaterdag 23 augustus worden afgesloten met een Hoksebargse Oamd. De organisatie heeft het thema echter noodgedwongen veranderd in ‘Sixties- and seventiesavond’.[1]
- ▸ "Wat er nog staat op het Twentse platteland mag niet verloren gaan. Er zijn vrijwilligers nodig. Én middelen. Ook moet dit onderwerp steviger op de politieke agenda. We moeten het sámen doen", bepleit Henk Robben. Hij is voorzitter van Stichting Twentse Erven (STE) die samen met de Historische Kring Haaksbergen (HKH) deze Doedag organiseerde.[2]
Gangbaarheid
- Het woord doedag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Doedagen: Hoksebargse Oamd gaat niet door” (03-08-2014), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Erfgoedmonitor voor historische boerderijen in Twente” (13-11-2017), Tubantia