dividiviboom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- di·vi·di·vi·boom
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘peulen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
- samenstelling van dividivi zn en boom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dividiviboom | dividivibomen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de dividiviboom m
- (plantkunde) Libidibia coriaria een boom die in het Caraïbische gebied veel voorkomt
- Onder invloed van de wind die gedurig van een kant komt krijgt een dividiviboom zijn karakteristieke gebogen vorm.
- ▸ De eilanden hebben een droog klimaat met 350-550 mm neerslag per jaar en zijn bedekt met cactusstruweel. De dominante soorten zijn: Stenocereus heptagonus, Subpilocereus repandus en Pilosocereus lanuginosus. Een andere kenmerkende plant is de dividiviboom en Croton flavens en Cordia cylindrostachya.[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord dividiviboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "dividiviboom" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Droog struweel van de ABC-eilanden” (geraadpleegd 8 maart 2021), Wikipedia