distributienet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dis·tri·bu·tie·net
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van distributie zn en net zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | distributienet | distributienetten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het distributienet o
- geheel van bedrijven en organisaties dat zorg voor de verdeling van goederen tussen een bepaalde producent en de verschillende consumenten
- geheel van leidingen en kabels dat aardgas, warmte en elektriciteit naar de eindverbruiker voert
- ▸ Volgens de partijen raken de Nederlandse bedrijven op achterstand als zij gedwongen worden hun distributienet af te stoten. Nederland zou ook het enige Europese land zijn met zo'n verplichting, zeggen zij. Delta en Eneco moeten de concurrentie aan met grote buitenlandse energiebedrijven RWE, Eon en Vattenfalls.[2]
- ▸ Wettelijke instrumenten hebben gemeenten wel via het zogenoemde 'warmteplan'. Daarmee kunnen gemeenten afdwingen welk distributienet er in een bepaald gebied moet worden aangelegd en hoe energiezuinig en milieuvriendelijk dit moet zijn, maar gemeenten durven dit vaak niet in te zetten uit vrees om projectontwikkelaars of bewoners af te schrikken.[3]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord distributienet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Eerste Kamer verzet zich tegen splitsing energiebedrijven” (Dinsdag 22 december 2015, 11:44), NOS
- ↑ Weblink bron “Aanleg warmtenet in oudbouw stokt” (Maandag 19 juni 2017, 15:12), NOS