diefstalbeveiliging

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dief·stal·be·vei·li·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diefstalbeveiliging diefstalbeveiligingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de diefstalbeveiligingv

  1. technische voorziening die tegengaat dat iets gestolen wordt
     Consumenten kunnen zo in pashokjes afrekenen, waarna de app in samenwerking met het bedrijfsnetwerk de diefstalbeveiliging uitschakelt.[1]
  2. ɡeheel van maatregelen om te voorkomen dat er gestolen wordt
     Daardoor krijgen ze al snel een inzicht in de situatie van de erfgoedorganisatie: ligging en behuizing, toestand van de infrastructuur, de aanwezige voorzieningen en routes in en naar het gebouw, eventuele knelpunten wat betreft diefstalbeveiliging en brandveiligheid.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 juli 2023 Weblink bron
    Hans Klis
    “Het pashokje winkelt met je mee” (9 februari 2016) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 juli 2023 Weblink bron
    Leon Smets
    Veilig in erfgoedland? → Erfgoed en veiligheidszorg in: Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed., jrg. 1 nr. 3 (september 2008), Marc Jacobs en Bert Schreurs, Brussel, p. 38