dictionaire
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dictionaire (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dic·ti·o·nai·re
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans dictionnaire, in de betekenis van ‘woordenboek’ aangetroffen vanaf 1758 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dictionaire | dictionaires |
verkleinwoord | dictionairetje | dictionairetjes |
Zelfstandig naamwoord
dictionaire m
Vertalingen
1. zie: woordenboek
Gangbaarheid
- Het woord dictionaire staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ dictionaire op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "dictionaire" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3