desmoeder
Uiterlijk
- des·moe·der
- samenstelling van DES zn en moeder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | desmoeder | desmoeders |
verkleinwoord |
de desmoeder v
- (medisch) vrouw die tijdens de zwangerschap Di-ethylstilbestrol heeft voorgeschreven gekregen
- ▸ Haast wel zeker weet ik dat ik namens vele desmoeders reageer op het artikel in RD 22-2. De opmerking van een woordvoerder uit de farmaceutische industrie „dat patiënten kritiekloos slikten wat de arts hun voorschreef, speelt ook een rol”, is mij in het verkeerde keelgat geschoten.[1]
- Het woord desmoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "desmoeder" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Oecumene (slot)” (03-03-2008), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be