depodog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·po·dog
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van depot zn en dog zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | depodog | depodogs depodoggen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de depodog m
- afvalbak waarin men de plastic zakjes gevuld met hondenpoep kan deponeren
Gangbaarheid
- Het woord depodog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.