denkt vooruit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • denkt voor·uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vooruitdenken

denkt (...) vooruit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitdenken
    • Jij denkt vooruit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitdenken
    • Hij denkt vooruit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitdenken
    • Denkt vooruit!