demi
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·mi
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘overjas’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
- van het Franse 'demi' (half) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | demi | demi's |
verkleinwoord | demietje | demietjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) overjas van dunne stof
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord demi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "demi" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "demi" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ demi op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be