defendere

Uit WikiWoordenboek

Latijn

Uitspraak
  • IPA: /deːˈfɛn.dɛ.rɛ/
Woordafbreking
  • de·fen·de·re
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid met het voorvoegsel de- van een oude vorm *fendere die ook in offendere terug te vinden is
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
dēfendere dēfendō dēfendī dēfēnsum
derde vervoeging volledig

Werkwoord

dēfendere

  1. actief infinitief praesens van dēfendere
    1. beschermen, verdedigen
    2. afhouden, weghouden
  2. passief imperatief praesens enkelvoud van dēfendere
    1. word beschermd! word verdedigd!