deden teniet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·den te·niet
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tenietdoen

deden teniet

  1. meervoud verleden tijd van tenietdoen
    • Wij deden teniet. 
    • Jullie deden teniet. 
    • Zij deden teniet. 


Gangbaarheid