debater

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  debater    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·ba·ter

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van debat met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	debater	debaters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de debater m

1. iemand die goed kan discussiëren; strijder met woorden

   • Lodewijk Asscher is de beste debater van de Algemene Politieke Beschouwingen. Dat heeft het Nederlands Debat Instituut vanavond bekendgemaakt op dag twee van de Algemene Politieke Beschouwingen.  
   • Hij omschrijft de landelijk partijleider van GroenLinks Jesse Klaver als ‘een goede debater’. Maar zijn grote voorbeeld is plaatsgenoot en fractievoorzitter Dennis op den Dries, die sinds 2014 GroenLinks Hellendoorn leidt. „Het was Dennis, die me enthousiast heeft gemaakt én gehouden voor het gedachtegoed van GroenLinks en de lokale politiek. Ik kijk best tegen hem op”, erkent Andy.  
   • Zijn partijgenoot Dinant Rohaan uit Neede kreeg eveneens een lintje toebedeeld. Hij werd een goede debater genoemd, met een voorkeur voor de thema’s openbare werken, wegen, wegenonderhoud en bermbeheer. Van Oostrum roemde hem tevens om zijn generalistische kennis met veel oog voor het kleine en aandacht voor mensen die in de knel zitten.  

Synoniemen

• redetwister

Gangbaarheid

• Het woord debater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "debater" herkend door:

81 %	van de Nederlanders;
48 %	van de Vlamingen.