dash

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dash
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord dash dashes
verkleinwoord dasheje dashejes

Zelfstandig naamwoord

dash

  1. een liggend streepje: -
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
dashen

dash

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dashen
    • Ik dash. 
  2. gebiedende wijs van dashen
    • Dash! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dashen
    • Dash je? 

Gangbaarheid