dank af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dank af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afdanken |
dank af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdanken
- Ik dank af.
- gebiedende wijs van afdanken
- Dank af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdanken
- Dank je af?
Gangbaarheid
- Het woord dank af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.