daggemiddelde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dag·ge·mid·del·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dag en gemiddelde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | daggemiddelde | daggemiddelden daggemiddeldes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het daggemiddelde o
- gemiddelde hoeveelheid van iets over een bepaalde periode, omgerekend per dag
Gangbaarheid
- Het woord daggemiddelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.