Naar inhoud springen

daalder

Uit WikiWoordenboek
  • daal·der
  • Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘zilveren munt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1566 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord daalder daalders
verkleinwoord daaldertje daaldertjes

daalder m

  1. (numismatiek) een oude munt ter waarde van f1.50
    • Op de markt is uw gulden een daalder waard. 
97 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[2]