d'
Uiterlijk
- IPA: /d/
- door elisie ontstaan uit de
d'
- van
- «la conversion d’eau salée en eau douce»
- de omzetting van zout water in zoetwater
- «d'hier à demain»
- van gisteren naar morgen
- «la conversion d’eau salée en eau douce»
- geeft de onbepaalde vorm aan
- «château d’eau»
- watertoren
- «montre d’homme»
- herenhorloge
- «château d’eau»
- vormt de partitief
- «Je n’ai pas d’eau.»
- Ik heb geen water.
- «brin d’herbe»
- grassprietje
- «Je n’ai pas d’eau.»
- Deze vorm wordt gebruikt als het woord dat erop volgt met een klinker of een niet uitgesproken h begint.
- Bij het verwijzen naar een titel of onderwerp dat met een klinker of niet-uitgesproken h begint, wordt niet d', maar de gebruikt:
- Als alleen de hoeveelheid onbepaald is, gebruikt het Nederlands de onbepaalde vorm "Is er water?", maar het Frans de bepaalde vorm: "Il y a de l’eau?"
d'
- geëlideerde vorm van het voorzetsel di.
- «Ha mal d'orecchi.»
- Hij heeft pijn aan de oren.
- «Ha mal d'orecchi.»
- geëlideerde vorm van het voorzetsel da (enkel in vaste verbindingen zoals "d'ora in poi").
- «D'ora in poi non perderò mai più.»
- Van nu af aan zal ik nooit meer verliezen.
- «D'ora in poi non perderò mai più.»