cystische fibrose

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cys·ti·sche fi·bro·se
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de cystische fibrosev

  1. (medisch) erfelijke aandoening waardoor de afvoerklieren taai slijm gaan afscheiden
     Taaislijmziekte, cystische fibrose, is tergend, vertelt ze dinsdag in haar studentenhuis.[1]
Schrijfwijzen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 december 2020 Weblink bron
    Rik Wassens
    “Is haar leven 170.000 euro waard?” (18 oktober 2017) op nrc.nl op Wikipedia