creuser

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Frans

Uitspraak

Werkwoord

creuser

  1. uithollen, hol maken
  2. (spreektaal) hongerig maken
    «Un petit apéro, ça creuse
    Een aperitiefje, daar krijg je trek van (letterlijk: dat maakt hol). [1]
  3. (spreektaal) een zaak uitdiepen
    «Le président a préféré ne pas creuser cette affaire.»
    De voorzitter ging liever niet op die zaak in.

se creuser

  1. wederkerend (spreektaal) zich het hoofd breken
    «Je me suis creusé la cervelle / la tête.»
    Ik heb me suf gepiekerd. [1]

Verwijzingen