crapaud

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cra·paud
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘leunstoel’ voor het eerst aangetroffen in 1867 [1]
  • Ontleend aan het Franse crapaud (betekenis [4]).
enkelvoud meervoud
naamwoord crapaud crapauds
verkleinwoord crapaudje crapaudjes

Zelfstandig naamwoord

de crapaudm

  1. lage, brede leuningstoel met een dikke vulling uit de 19de eeuw

Gangbaarheid

30 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
Woordafbreking
  • cra·paud
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  crapaud     le crapaud     crapauds     les crapauds  

Zelfstandig naamwoord

crapaud m

  1. (kikkers) pad, padde
    «En effet, quand le panier fut ouvert devant le roi, il en sortit d’énormes crapauds qui se mirent à marcher, noirs, gluants, hideux, sur la belle nappe blanche.»
    Toen de mand voor de koning geopend werd, haalde hij er eigenlijk enorme padden uit, die begonnen te stappen, zwart, glibberig, afzichtelijk, over de mooie, witte doek heen.
  2. (spreektaal), (informeel) klein, lelijk mannetje.
    «C'est un vilain crapaud
    Hij is een boosaardig ventje.
  3. bepaalde dieren die bekend staan om hun lelijkheid.
  4. (kunst) crapaud (soort stoel).
  5. (kunst) vuurwerkboeket dat ineengeklapt lijkt.
  6. (kunst) fout in het weefsel van een stof, een blok marmer, een kostbare steen...
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
  • [1] In de biologie noemt men een vrouwelijke pad crapaude en een paddenjong crapelet.
Uitdrukkingen en gezegden