coronaregel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coronaregel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co·ro·na·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van corona zn en regel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coronaregel | coronaregels |
verkleinwoord | coronaregeltje | coronaregeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de coronaregel m
- voorschriften over hoe men zich tijdens de covid-19 pandemie dient te gedragen
- ▸ De massabijeenkomst op de Dam was overduidelijk in strijd met de coronaregels van het kabinet. Maar toch greep de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema niet in.[1]
- ▸ Topadviseur Dominic Cummings van de Britse premier Johnson ligt onder vuur omdat hij de coronaregels meerdere keren zou hebben overtreden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'coronaregel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “‘Alleingang’ Halsema moet politieke gevolgen hebben” (01/06/2020), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron “Topadviseur Britse premier Johnson onder vuur om breken coronaregels” (ZA 23 MEI 2020), NOS