coronagroet
Uiterlijk
- Geluid: coronagroet (hulp, bestand)
- co·ro·na·groet
- samenstelling van corona zn en groet zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coronagroet | coronagroeten |
verkleinwoord | coronagroetje | coronagroetjes |
de coronagroet m
- veilige manier van begroeten tijdens de coronapandemie
- ▸ Gote schuift de bierkratten onder de dranktafel en maakt een rondje, om op z'n Brandenburgs iedereen afzonderlijk te begroeten, waarbij sommigen hun elleboog uitsteken voor een coronagroet, anderen na een korte aarzeling een hand geven.[1]
- ▸ Biden en Sanders maken een coronagroet, eerder deze maand[2]
- Het woord 'coronagroet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
- ↑ Weblink bron “Biden voert 'ongelijke strijd' met Trump en is niet echt van Sanders af” (woensdag 8 april 2020, 21:31), NOS