convoluut
Uiterlijk
- con·vo·luut
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | convoluut | convoluten |
verkleinwoord | convoluutje | convoluutjes |
- verzameling handschriften in één band, verzamelband
- Het woord convoluut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "convoluut" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.