consumentengoederen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·su·men·ten·goe·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord consumentengoederen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de consumentengoederenmv

  1. producten die door de particuliere eindgebruiker worden gekocht en gebruikt
     Hetzelfde geldt voor de containervaart. De Harpex-index, die elke week de containerprijzen registreert, weerspiegelt de stroom aan consumentengoederen van makers naar kopers. In een half jaar tijd is deze gedaald met 30 procent, van 680 dollar in juni naar 481 dollar nu.[1]
     In 2009 greep online retailgigant Alibaba de dag aan om er een online-uitverkoopspektakel van te maken. Op hun verkoopplatforms als Taobao gooiden ze dure consumentengoederen om middernacht in de aanbieding, om een boost te geven aan het winkelen op internet. In het eerste jaar werd een bescheiden 6,7 miljoen euro gespendeerd, maar het koopjesfestijn werd al snel een fenomeen en vorig jaar gaven de Chinezen, in China en in het buitenland, ruim 21 miljard uit en dit jaar gaat dat waarschijnlijk richting 28 miljard.[2]
     Veel consumentengoederen stegen vorig jaar nauwelijks in prijs, de elektriciteitsprijzen daalden zelfs. Ook voor bankdiensten moest minder worden betaald. Voor gas moest daarentegen meer worden betaald door hogere heffingen.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Economisch gouden jaren voorbij, zo staat de economie ervoor” (Donderdag 31 januari 2019, 06:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Records op vrijgezellendag China; grootste online verkoopevenement ter wereld” (Zondag 11 november 2018, 07:30), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Consumentenprijzen in december gestegen” (Donderdag 5 januari 2017, 07:47), NOS