consanguiniteit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: consanguiniteit (hulp, bestand)
- IPA: /kɔnsɑŋɣwiniˈtɛit/
Woordafbreking
- con·san·gui·ni·teit
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van consanguien met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consanguiniteit | consanguiniteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
consanguiniteit
- het hebben van een gemeenschappelijke voorouder bij twee personen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'consanguiniteit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.