connoteren
Uiterlijk
- Geluid: connoteren (hulp, bestand)
- con·no·te·ren
- afgeleid van het Franse connoter (met het voorvoegsel con-) of daarvoor van het Latijnse 'connotare' (een bijbetekenis hebben) met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
connoteren |
connoteerde |
geconnoteerd |
zwak -d | volledig |
connoteren
- naast een betekenis nog een bijbetekenis hebben ??
- abracadabra: dat ligt niet aan meerwaarde-systemen op zich, maar aan het complexe systeem waarmee we op sociaal-symbolisch vlak connoteren
- Het woord connoteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel con- in het Nederlands
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal