competitieleider

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pe·ti·tie·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord competitieleider competitieleiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de competitieleiderm

  1. iemand die zorgt voor de regeling en uitvoering van een competitie
     "We gaan er alles aan doen om de onderste steen boven te krijgen." Competitieleider Gijs de Jong van de KNVB is erg geschrokken van de publicaties in de Volkskrant, over mogelijke matchfixing bij Willem II. De KNVB heeft aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie en stelt zelf ook een onderzoek in.[2]
     "We hebben een moderne variant op het spruitjespak willen maken", legt competitieleider Willem Hut uit. "Met KPN hebben we nu een heel geweldig ruitjespak." Klaar is het nog niet. Daarvoor moeten de marathonschaatsers wachten tot vrijdag wanneer in Utrecht de tweede marathon wordt gereden.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron “KNVB: meest concrete zaak tot nu toe” (Zaterdag 17 januari 2015, 12:44), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron “Marathonvierdaagse: van spruitjespak naar ruitjespak” (Vrijdag 16 december 2016, 07:04), NOS