commerçant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: commerçant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·mer·çant
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | commerçant | commerçanten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de commerçant m
- (sluwe) handelaar
- ▸ Tan is een merk, een sterk merk. Hij is niet alleen de meest relaxte BN’er en best geklede Nederlander, hij is goed van de tongriem gesneden, good looking, aimabel, intelligent en ook in Hilversum heeft hij inmiddels zo’n beetje alle prijzen – beste televisiepresentator, Omroepman van het Jaar, winnaar van de Zilveren Televizier-Ster – gewonnen die er maar te winnen zijn. Kortom, voor commerçanten en marketeers is Tan de vleesgeworden natte droom.[1]
Gangbaarheid
- Het woord commerçant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Jan Smit“De vleesgeworden natte droom Humberto Tan is óveral” (28/09/2016), HP de Tijd