commerçant

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·mer·çant
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord commerçant commerçanten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de commerçantm

  1. (sluwe) handelaar
     Tan is een merk, een sterk merk. Hij is niet alleen de meest relaxte BN’er en best geklede Nederlander, hij is goed van de tongriem gesneden, good looking, aimabel, intelligent en ook in Hilversum heeft hij inmiddels zo’n beetje alle prijzen – beste televisiepresentator, Omroepman van het Jaar, winnaar van de Zilveren Televizier-Ster – gewonnen die er maar te winnen zijn. Kortom, voor commerçanten en marketeers is Tan de vleesgeworden natte droom.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Jan Smit
    “De vleesgeworden natte droom Humberto Tan is óveral” (28/09/2016), HP de Tijd