co-president

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co-pre·si·dent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord co-president co-presidenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de co-presidentm

  1. Iemand die samen met iemand anders de voorzitter of direkteur is.
    • Sommige verenigingen hebben twee voorzitters die ieder de titel van co-president mag voeren. 

Gangbaarheid