clubblad
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- club·blad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | clubblad | clubbladen |
verkleinwoord | clubblaadje | clubblaadjes |
Zelfstandig naamwoord
het clubblad o
- een tijdschrift van een club of vereniging
- De Groningse studentenvereniging Vindicat heeft leden van de roeiclub Aegir geschorst vanwege een verhaal in het clubblad over de vermeende seksuele avonturen van vrouwelijke leden. Dat meldt het Groningse stadsweblog Sikkom.[2]
- „Ik zat destijds in de redactie van het clubblad van Quick’20. Toen Björn zijn eerste professionele wedstrijden floot, hebben we een verhaal over hem geschreven.” Hij heft zijn vingertje op: „Toen al voorspelden we hem een glanzende carrière. Dat artikel heb ik nog steeds.”[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord clubblad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "clubblad" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 04 sep. 2017
- ↑ de Telegraaf JAN COLIJN 27 mei 2014
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be