cijfer na
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cij·fer na
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nacijferen |
cijfer (...) na
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nacijferen
- Ik cijfer na.
- gebiedende wijs van nacijferen
- Cijfer na!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nacijferen
- Cijfer je na?
Gangbaarheid
- Het woord cijfer na staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.