chiotte

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: chiot

Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van chier “schijten, poepen” met het achtervoegsel -otte.

Zelfstandig naamwoord

chiotte v

  1. (spreektaal) schijthuis, plee
    «Maman, y a Gérard qui veut pas sortir de la chiotte
    Mam, Gérard wil niet uit de plee komen!! [1]
  2. (spreektaal) gedonder
    «C'est la chiotte
    Wat een gesodemieter!! [1]
  3. (spreektaal) ouwe brik, rammelkast
    «Je conduis une chiotte depuis deux ans mais j’me plains pas.»
    Ik rij al twee jaar in een ouwe kar maar ik klaag niet. [1]

Verwijzingen