gedonder
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·don·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedonder | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gedonder o
- het geluid van donderslagen
- Ik hoorde gedonder in de verte; ik hoop niet dat we een bui gaan krijgen.
- (pejoratief) als ongewenst en ergerlijk ervaren gedrag
- Is dat gedonder nou nog niet afgelopen?
Gangbaarheid
- Het woord gedonder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gedonder" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be