charleston
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: charleston (hulp, bestand)
Woordafbreking
- char·les·ton
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘dans’ voor het eerst aangetroffen in 1926 [1]
- naar de Amerikaanse stad Charleston in South Carolina [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | charleston | charlestons |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- Amerikaanse dans, die tot de swingdansen wordt gerekend
- „Ik danste de charleston. En ik had een act waarbij ik een man uit het publiek op het podium vroeg. Die mocht mij dan uitkleden. Maar ik kleedde ook hem uit. Als we helemaal naakt waren, ging ik naar de kleedkamer en liet hem op het podium achter. Na mij kwam een zangeres en dan stond die man daar nog, zonder te weten wat hij moest doen, een beetje ontredderd. Dat was een mooi nummer.”[4]
Vertalingen
1. Amerikaanse dans, die tot de swingdansen wordt gerekend
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord charleston staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "charleston" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ charleston op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Bianca Stigter 31 maart 2017