centrumkiezer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cen·trum·kie·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord centrumkiezer centrumkiezers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de centrumkiezerm

  1. (politiek) iemand die tijdens verkiezingen stemt op een middenpartij
     Hij behoorde bovendien tot de rechterzijde van de partij, degenen die vonden dat je de politieke winden van de tijd, de politiek van Reagan en Thatcher dus, eerder met imitatie tegemoet moest treden dan met socialisme om de centrumkiezers te veroveren terwijl er nog tijd was.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149