centeren
Uiterlijk
- cen·te·ren
centeren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
centeren |
centerde |
gecenterd |
zwak -d | volledig |
- (psychologie) zoeken van je innerlijke zelf
- ▸ Ook worden vraagtekens gezet bij de opleiding Verpleegkundige Complementaire Zorg, die onderdelen bevat als haptonomie, centeren, ademhalingsoefeningen, massage en aromazorg en onder leiding staat van de helderziende Martine Busch. Zij is verbonden aan het parapsychologische Van Praag Instituut.[3]
- (wiskunde) het middelpunt van iets bepalen
- (voetbal) de bal van de flanken naar het midden van het veld spelen
- Het woord centeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "centeren" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ centeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Suzanne de Winter“Hogeschool van Arnhem en Nijmegen wint kwakzalversprijs” (05-10-2018), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Psychologie in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Voetbal in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 59 %
- Prevalentie Vlaanderen 69 %