canzonetta

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • can·zo·net·ta
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Italiaans
enkelvoud meervoud
naamwoord canzonetta canzonetta's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de canzonettav / m

  1. (muziek) instrumentaal deel van een muziekstuk dat lijkt op een lied
     Niettemin werd opus 35 een van de grote uitdagingen voor iedere topviolist. Niet alleen het onstuimige, hartstochtelijke Allegro waarmee het concert begint. Of de virtuoze Finale waarmee het eindigt. Maar ook het middendeel, het intieme Canzonetta. Volgens Jansen het hart van het concert: „Voor mij gaat er niets boven dat moment van rust, waarin Tsjaikovski diepe emoties aan een gevoel van ruimte en eenvoud koppelt.”[1]
     Van Buxtehude klinken diens Praeludium d (BuxWV 140) en Canzonetta G (BuxWV 171). Van Böhm speelt Ardesch het koraalvoorspel ”Herr Jesu Christ, dich zu uns wend’” en het Praeludium, Fuga en Postludium g.[2]

Gangbaarheid

25 % van de Nederlanders;
33 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Janine Jansen speelt als kind van de natuur” (27-10-2008), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron “Cor Ardesch concerteert in Cunerakerk Rhenen” (15-06-2019), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be