camerateam

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·me·ra·team
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord camerateam camerateams
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het camerateamo

  1. groep mensen die samen filmopnames maken
     Het verzetsfront bewaakt de provincie in opperste staat van paraatheid. Toch kreeg een camerateam uit Kabul kort voor de aanval toestemming om er voor de NOS te filmen.[1]
     Als dat het geval is, kan er bijvoorbeeld een camerateam worden ingeschakeld. Om extra beelden te schieten voor het beeldverhaal bij de nachtelijke escapades van deelnemers.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 september 2022 Weblink bron
    Aletta André
    “Verzetsstrijders in Panjshir: 'We zullen onze dorpen verdedigen tegen de Taliban'” (Dinsdag 31 augustus 2021), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 september 2022 Weblink bron
    Erika de Joode en Paulus Houthuijs
    “'Kijkers moesten signaleren dat wat in De Villa gebeurde echt niet kon'” (zondag 24 november 2019), NOS