cachetteren
Uiterlijk
- Geluid: cachetteren (hulp, bestand)
- ca·chet·te·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
cachetteren |
cachetteerde |
gecachetteerd |
zwak -d | volledig |
cachetteren
- overgankelijk iets (bijv. met lak) verzegelen
- Een gecachetteerde akte.
- Het woord 'cachetteren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cachetteren" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 42 %
- Prevalentie Vlaanderen 45 %