Naar inhoud springen

cabriolet

Uit WikiWoordenboek
  • ca·bri·o·let
  • Leenwoord uit het Frans. In de betekenis van ‘rijtuig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824. In de betekenis van ‘auto met opvouwbaar dak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1929. [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord cabriolet cabrioletten
cabriolets
verkleinwoord cabrioletje cabrioletjes

de cabrioletm

  1. (verkeer) een carrosserievorm van een auto gekenmerkt door een neerklapbaar en opvouwbaar dak
    • Dit model is ook als cabriolet te verkrijgen. 
     Volgend jaar krijg ik een Renault cabriolet.[2]
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]


  • ca·bri·o·let
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  cabriolet     le cabriolet     cabriolets     les cabriolets  

cabriolet m

  1. (verkeer) cabriolet