bustarief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bus·ta·rief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bustarief bustarieven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bustariefo

  1. de hoeveelheid geld die men moet betalen als men een rit met de bus wil maken
     Het begon vorige week in São Paulo, met een serie bescheiden protesten van enkele honderden jongeren tegen de verhoging van het bustarief van 3 real naar 3,20 real. Omgerekend zo'n beetje een verhoging van 7 eurocent: daar kan je ook hier in Brazilië alleen een snoepje van kopen bij de kiosk.[1]
     Met ingang van de nieuwe dienstregeling op 14 december vindt er een verandering plaats in het bustarief in Enschede.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 november 2021 Weblink bron
    Marc Bessems
    “Brazilië verbaast zich over protesten” (18-06-2013), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 november 2021 Weblink bron “Gratis van station door naar Van Heekplein” (31-10-2008), Tubantia