businessclass

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

businessclass
Uitspraak
Woordafbreking
  • busi·ness·class
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord businessclass
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de businessclassm

  1. term voor een reizigersaccommodatieklasse die door vele luchtvaartmaatschappijen gevoerd wordt, en die zich kenmerkt door een hoger service- en comfortniveau dan de economyclass (de toeristenklasse)
    • Sylvie Meis pakte vandaag in Zürich het vliegtuig naar Miami om daar wat tijd door te brengen met vrienden. Op het vensterbankje in de business class in te zien dat de blondine best luxe reist, inclusief zoute knabbels en wat bubbels. Afgaande op de hashtage #love ontmoet ze in Amerika ook nog haar aanstaande man Charbel Aouad. [1] 
    • Gordon reisde vanuit Kaapstad in Zuid-Afrika 23 uur lang per superdeluxe Airbus A380 (businessclass) naar de VS om daar de uitreiking van de Golden Globes bij te wonen. Goor maakte daar een selfie die aantoont dat hij de laatste tijd ettelijke kilo's is kwijtgeraakt. Of gaat het hier om fotomanipulatie? [2] 
    • De KLM Boeing 747-400 omvat een businessclass unit (15 stoelen) en een economyclass unit (76 stoelen), twee pantry’s, toiletten en bagageruimtes en incheckbalies. De realisatie van het vliegtuig in school is het gevolg van een samenwerking tussen KLM en Landstede MBO. [3] 

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen