burpee
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bur·pee
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burpee | burpees |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) fitnessoefening zonder apparaten waarbij men o.a. na een push-up vanuit een plankingpositie opspringt tot staan
- ▸ De 26-jarige Habtamu Franke komt in het Guinness Book of Records met een wereldrecord burpees: hij deed in maart van dit jaar 955 herhalingen van de zware oefening in een uur en dat aantal komt nu in de boeken.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'burpee' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Personal trainer uit Leiden vestigt record met 956 burpees in een uur” (Vrijdag 9 december 2022, 16:39), NOS