bund
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bund
Woordherkomst en -opbouw
- afkorting van Bundesanleihe
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bund | bunds |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bund m
- (financieel) Duitse overheidsobligatie
Gangbaarheid
- Het woord bund staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.